PUBLICATIONS

(NL & FR) Willy Van Der Meeren : Ieder Zijn Huis. Passé et futur d’une unité d’habitation à Evere

Author: Emiel De Kooning, Jan de Moffarts, Gérald Ledent, Charlotte Nys, Barbara Pecheur & Christophe Pourtois

Publisher: Editions CIVA Brussels (2012)

Dimensions 21 × 29,5 cm

Pages: 187

Language: Dutch & French

ISBN: 9782930391464

(FR) Willy Van Der Meeren : Ieder Zijn Huis. Passé et futur d’une unité d’habitation à Evere

Cette publication accompagne l’exposition. Au travers de plans, de photographies anciennes, d’esquisses, ce livre présente le contexte sociologique, le concept architectural de Willy Van Der Meeren ainsi que toute la rénovation.

Il est disponible à la librairie du CIVA.

www.civa.be

(NL) Willy Van der Meeren. Ieder zijn huis: Verleden en toekomst van een Unité d’habitation in Evere

Aan de hand van maquettes, films, foto’s, gevelelementen, trapleuningen, deuren, meubilair en dergelijke meer richt het CIVA de schijnwerpers op de renovatie van grote woonensembles uit de jaren 1950-1960. Op de achtergrond spelen vragen als: hoe leefde men toen en hoe leeft men nu? Zijn de behoeften nog dezelfde? Hoe was en is het gesteld met veiligheid en isolatie? Hoe is het samenleven geëvolueerd? Waarom werd het ene gebouw wel en het andere niet op de monumentenlijst geplaatst? Welke gevolgen hadden de sociale, culturele en economische ontwikkelingen voor de evolutie en de renovatie van deze grote complexen? Antwoorden op deze vragen zoekt het CIVA via twee typevoorbeelden die veel met elkaar gemeen hebben. Voor het complex Ieder Zijn Huis (Evere, BE) werd aanvankelijk Le Corbusier gecontacteerd, maar de vastgoedmaatschappij Ieder Zijn Huis vertrouwde het project uiteindelijk toe aan architect en designer Willy Van Der Meeren. Die ontwierp een flatgebouw met 105 appartementen voor alles samen 282 bewoners. Het gebouw werd ingehuldigd in december 1960. Een aantal elementen was in die tijd nieuw: het gebouw rust op pilotis en heeft een gevel uit elementen in geprefabriceerd beton, de appartementen zijn verdeeld volgens het ‘vrij plan’ waarvoor de CIAM hadden gepleit, en voor de gemeenschappelijke ruimten worden verschillende kleuren gebruikt. Om de drie verdiepingen leiden de trappen naar een binnengalerij over de hele lengte van het gebouw, een ‘straat-in-de-lucht’. De bouwtechnieken die Van Der Meeren gebruikte mogen in zijn tijd dan al gedurfd zijn geweest, nu beantwoorden ze niet meer aan de heersende normen. De ingrijpende renovatie waarvoor bouwheer Beliris het initiatief nam, werd toevertrouwd aan het architecten- en ingenieurskantoor ORIGIN Architecture Engineering.
Het ensemble van Park Hill (Sheffield, UK) dateert uit dezelfde tijd (het werd ingehuldigd in 1961) en werd ontworpen door de architecten Ivor Smith en Jack Lynn. Met zijn 995 appartementen in een domein van 13 hectare vormt het een van de vroegste en meest ambitieuze projecten van sociale woningbouw in het Groot-Brittannië van na de Tweede Wereldoorlog. Het heeft (net zoals Ieder Zijn Huis) een zichtbare structuur in gewapend beton en is daarmee een van de oudste voorbeelden van het brutalisme in Engeland. Door een reeks sociaal-economische factoren raakte Park Hill snel verloederd: al in de jaren 1980 was het een plaats waar mensen werden gedumpt. In 1998 werd Park Hill na een thematische studie over naoorlogse sociale woningbouw op de monumentenlijst geplaatst. Qua belangrijkheid behoort het tot de eerste 7% van de gebouwen op deze lijst. De renovatie van Park Hill, begonnen in 2008 en bedoeld om het complex in deze nieuwe tijd een nieuw leven te geven, is het werk van HawkinsBrown Architects, Studio Egret West en de landschapsarchitecten van Grant Associates. Zij konden rekenen op de steun van Urban Splash, de gemeenteraad van Sheffield, de Great Places Housing Group, English Heritage en het Homes and Communities Agency.

bron: www.copyrightbookshop.be