(NL) Recensie ‘Architectenparcours #1: Stanislas Jasinski’ in De Standaard

By DOCOMOMO Belgium / December, 17, 2023 / 0 comments

In De Standaard wordt de publicatie ‘Architectenparcours #1: Stanislas Jasinski‘ met 4 sterren positief onthaald!

Architectenparcours is een reeks die bestaat uit monografische gidsen rond het oeuvre van architecten die hun stempel hebben gedrukt op het stedelijke landschap van Brussel na de Eerste Wereldoorlog. Het eerste deel in de reeks volgt de carrière van Stanislas Jasinski (1901–1978), vanaf de jaren 1920 tot in 1970. De publicatie is geschreven door Véronique Boone (ondervoorzitter Docomomo.be), Maurizio Cohen (bestuurder Docomomo.be) en Benoît Moritz.

Lees hieronder de volledige recensie (Geert Sels, 16/12/2023, destandaard.be)

Op wandel door Brussel met de radicale modernist Stanislas Jasinski

De naam Stanislas Jasinski is weinig bekend. En toch hebt u in Brussel vast al een van zijn appartementsgebouwen gezien. U kunt er al wandelend naar op zoek met een handig nieuw overzichtsboek.

Onder de nieuwe reekstitel Architectenparcours kondigt Mercatorfonds publicaties aan over een portfolio van een architect. De in Brussel geboren Stanislas Jasinski (1901-1978) is de eerste in de rij. Als onstuimige twintiger en radicale modernist was hij de man die tabula rasa wou maken. Een van zijn bekendste tekeningen illustreert hoe hij de ‘herwaardering’ van het Brussels centrum zag. Van het historisch weefsel hield hij niets meer over. In de plaats daarvan plande hij stervormige torens.

Natuurlijk ging Jasinski zelf geen gebouwen dynamiteren. Maar in de praktijk kwamen veel van zijn realisaties op plekken terecht waar eerst grote schoonmaak gehouden was. Ik heb me altijd afgevraagd welke onverlaat in de Brusselse Louizalaan de Woning Aubecq van Victor Horta heeft afgebroken. Het was niet Jasinski, maar op die plek kwamen later wel zijn Résidence Woodside en Résidence Townside te staan. En zeggen dat hij in 1922 nog stage had gelopen bij Horta. 

Wandelgezel

Voor iemand die eengezinswoningen achterhaald vond, heeft Jasinski er toch enkele fraaie exemplaren van gerealiseerd – vooral in zijn vroege periode. De Woning Moulard (1928) in Oudergem is met zijn afwisseling van holle en bolle golvingen een streling voor het oog. Een jaar later werkte Jasinski met de 65-jarige Henry van de Velde samen aan de Woning Cohen, een robuust blokje met een verrassend ramenspel. De Woning Grégoire in Elsene, uit 1936 al, maakt een zachte boog om een straathoek te ronden.

Voorts was Jasinski de man van de appartementsgebouwen. Hij speelde in op de demografische groei, waarin bewoonde stadsdelen verdicht werden en het appartement als woontypologie doorbrak. De meer luxueuze appartementen van Jasinski hadden 300 vierkante meter woonoppervlakte. Kom daar vandaag nog maar eens om. Ze hadden zonnige terrassen, alle moderne voorzieningen, uitvoeringen in dure materialen en benijdenswaardige liggingen. De architect stemde er zijn zakenmodel op af. Hij werkte samen met projectontwikkelaars – op den duur droeg hij de investeringen zelf.

Jasinski heeft overwegend in Brussel gebouwd. Het prettige aan dit boek is dat het een portfolio van veertig jaar overschouwt en wijk per wijk zijn gebouwen situeert. De buurt van de Lou­izalaan alleen al biedt een palet van de jaren 30 tot 50. De wijk Solbosch, die na de Expo 1910verder aangroeide, bevat realisaties uit zijn vroege periode, maar ook ‘résidences’ uit de jaren 50 en 60. Dankzij het handzame formaat is dit boek een ideale wandelgezel om de stad te verkennen – per wijk is er een stratenplan en een situerende tekst.

Een aanrader is een wandeling langs de Vijvers van Elsene. Daar geldt de Résidence Belle-Vue uit 1936 zowat als zijn manifest. Het heeft tien verdiepingen, waarvan de cilindervormige erker van het woonkamergedeelte elegant een hoek wegwerkt. Het ideaal van Jasinski was om de ruime appartementen hetzelfde programma te geven als de verdieping van een klein herenhuis. Een eind verderop ligt uit dezelfde periode een ellipsvormige woontoren, die wegens zijn uitzicht ‘Le Tonneau’ genoemd wordt. 

Allicht het bekendste gebouw, langs de Kleine Ring, is het Institut Jules Bordet. Het belangrijkste, de Résidence Eden Green in Ukkel (1968), verraadt met zijn V-vormige pijlers duidelijk de invloed van Le Corbusier. 

Door de focus op Brussel blijven elders gelegen realisaties buiten beeld. Nu er debat is rond de luchthaven van Deurne zou het benieuwen om meer te weten over het gebouw dat Jasinski er optrok. Maar dat weegt niet op tegen de schat aan informatie die dit boek wél oplevert. De gedetailleerde beschrijvingen van de projecten zijn eyeopeners. Ik kan amper wachten tot deel twee uitkomt. Dat gaat over Antoine Pompe.

Bron: www.standaard.be