(NL) Architectenwoning van Paul Stevens in Winksele is voorlopig beschermd
De vroeg-modernistische villa uit 1933 is het meest persoonlijke ontwerp van architect Paul Stevens en kwalitatief zijn beste realisatie.
door Veerle Ausloos
Kijk ook hier op onze At Risk-pagina.
Paul Stevens was de zoon van Alphonse Stevens, for sale een verdienstelijk architect die heel actief was in het Leuvense. Paul zette samen met zijn broer Jacques de architectuurpraktijk van hun vader verder. Paul Stevens studeerde architectuur aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent, en volgde gelijktijdig studies kunstgeschiedenis en archeologie aan de Gentse universiteit. Hij promoveerde rond 1930 tot doctor in de kunstgeschiedenis en de archeologie.
Zijn eerste architecturale realisaties in de jaren dertig zijn duidelijk geïnspireerd op de art deco en het modernisme. Ze getuigen van kwaliteit en zijn gekenmerkt door uitgepuurde en zuivere vormen. Een mooi voorbeeld is woning De Moor in de Bondgenotenlaan in Leuven. Vanaf de jaren veertig legde Stevens zich toe op woningbouw, eerste privéwoningen, laten in de jaren vijftig grote projecten van groepshuisvesting, zoals het Vriesenhof en residentie Albomen. Gelijktijdig is hij samen met zijn broer ‘huisarchitect’ van Brouwerij Artois, waarvoor ze aan de Vaart in Leuven onder andere de hoogmaalderij, de silotoren ‘Hungaria’ en de bottelarij in de Sluisstraat ontwierpen. Het was vooral met deze latere projecten dat Paul Stevens naam maakte.
Zijn eigen woning ontwierp Paul Stevens al in 1933 op een ruim perceel aan de Nieuwe Steenweg in Winksele. In die periode was het terrein volkomen landelijk van karakter met een weids vergezicht op het omringende landschap. De onmiddellijke omgeving werd in de naoorlogse periode verkaveld, maar de uitgestrektheid van het perceel vrijwaart vandaag nog de oorspronkelijke geïsoleerde ligging.
De architectenwoning van Paul Stevens is een vroeg-modernistische villa, een zorgvuldige gedetailleerde gele baksteenconstructie. Verschillende internationale invloeden worden op een persoonlijke wijze tot synthese gebracht. De woning is een complexe aaneenschakeling van volumes. Door de grote horizontale raampartijen en terrassen wordt de omringende tuin en het landschap naar binnen getrokken. De plattegrond van de woning is een vooruitstrevend voorbeeld van een open planopvatting, met een flexibele ruimte indeling door harmonicadeuren. Zijn eigen woning is zijn meest persoonlijke ontwerp en kwalitatief zijn beste realisatie, zijn visitekaartje.
Het gezin Stevens telde vier kinderen, daarom werd de woning in 1937 uitgebreid met slaapkamers die naadloos geïntegreerd zijn in het bestaande gebouw. Verder werd de woning nooit gewijzigd of aangepast. Het volledige vast meubilair is intact bewaard gebleven; het originele schrijnwerk, de parketvloer, de inbouwkasten met geïntegreerde radiators en de wandbetimmering getuigen in al hun soberheid van de kwalitatieve afwerking.
De woning prijkte in 1934 op de cover van het architectuurtijdschrift La Cité, spreekbuis van het modernisme in België.
bron: www.onroerenderfgoed.be